Reeds in het paleolithicum maakten de mensen zich op.
Hiervoor hadden ze – net zoals wij – allerlei redenen: om mooi te zijn, om te tonen tot welke clan ze behoren,
om het noodlot af te weren …
Archeologen hebben slechts een klein deel ontdekt van wat misschien ooit bestaan heeft, maar toch zijn er
verrassingen bij. Zo weten we dat neanderthalers niet alleen doorboorde tanden en schelpen en kleurstoffen zoals
oker kenden, maar dat ze ook lichaamsdelen van vogels gebruikten:
- op de vindplaats van Krapina, in Kroatië, zijn acht klauwen van zeearenden ontdekt. Ze zijn versierd
met heel duidelijke door een stenen werktuig gemaakte insnijdingen.
- In Fumane, in Italië, werden pluimen van verschillende vogelsoorten gebruikt: sommige vleugelbeenderen
vertonen snijsporen, die onmiskenbaar niet bij het bereiden van voedsel veroorzaakt zijn. Zoals overal ter
wereld en zoals in alle tijden, dienden veren om zich op te smukken.